Radiogestuurde horloge

Om de tijd zo nauwkeurig mogelijk weer te geven, ontvangt de radiogestuurde horloge een uitgezonden tijdsignaal. Dit wordt gebruikt om de interne kwartsklok bij te stellen zodat de juiste tijd wordt weergegeven. Er zijn zenders met tijdsignalen op verschillende locaties, bijvoorbeeld in de buurt van Frankfurt am Main, in Japan of in Zwitserland. Het signaal bereikt enkele duizenden kilometers en is aangepast aan de wereldtijd. Het signaal om de tijd uit te zenden wordt continu uitgezonden, maar de ontvangst is vaak maar elk uur of elke dag. Dit dient om energie te besparen, want polshorloges hebben maar een bepaalde levensduur van de batterij, afhankelijk van het uurwerk, en deze regelmaat is voldoende om eventuele koersfouten te corrigeren. Als het signaal wordt verstoord, blijft het horloge normaal lopen, maar kan het de tijd niet aanpassen, waardoor er koersfouten kunnen optreden. Bovendien past een radiogestuurd horloge zich automatisch aan de zomer- of wintertijd aan, zodat het niet nodig is om de tijd afzonderlijk aan te passen. Naast conventionele kwartsuurwerken zijn er ook radiogestuurde zonne-uurwerken die werken op lichtenergie en dus continu van energie worden voorzien.